Ik ben een vreselijke Doler
Een 'bij nacht en ontij' - waker
Mijn ogen wijd en helder
Mijn dromen zijn voor later
Slaap is heel dichtbij,
Als een schim om de hoek
Maar het heeft geen vat op mij
Ik kijk, ik dool, ik zoek
Een rusteloos, wankel wezen
Ik ben een eenling in de nacht
Van mezelf niets te vrezen
Al wat rust is de onmacht.
Anke